maandag 20 augustus 2007

D66 uit kritiek op lespakket over Uruzgan

De oppositiepartij D66 heeft Kamervragen gesteld over het lespakket over Afghanistan. Het pakket is samengesteld door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is gemaakt voor middelbare scholieren.

D66 woordvoerder Alexander Pechtold vindt dat het lespakket een te gunstig beeld van de situatie in de Afghaanse provincie Uruzgan geeft.

Volgens Pechtold wordt er geen recht gedaan aan de berichten over aanhoudend geweld en aanslagen in Uruzgan. Verder vindt hij het verkeerd dat er niets in staat over de politieke discussie over de term “wederopbouwmissie”. Een term die D66 te vroeg vindt om te gebruiken.

Pechtold vindt het ook vreemd dat het ministerie van Buitenlandse Zaken zelf een lespakket voor scholieren maakt.

D66 steunde missie niet
De D66-fractie in de Tweede Kamer steunde de Nederlandse missie naar de Zuid-Afghaanse provincie Uruzgan niet. Ze vonden deze missie, “op deze plaats en onder deze omstandigheden niet bijdragen aan wat we allemaal willen: vrede en veiligheid in Afghanistan,” aldus toenmalig D66-partijleider Boris Dittrich in december 2005.

De ISAF-missie waarover wordt gesproken is gericht op de wederopbouw van Uruzgan, het hartland van de Taliban. Volgens Dittrich was de situatie daar nog te onstabiel, om dat toen op een goede manier te kunnen doen.

Het ministerie van Defensie heeft de afgelopen tijd wel gemeld dat er aanhoudende en zware gevechten worden geleverd in Uruzgan. Maar legt in de berichtgeving vaak meer de nadruk op het opbouwwerk dat slaagt.


D66 stemde tegen
Op 2 februari 2006 stemde de Tweede Kamer in met de Nederlandse deelname aan de ISAF-vredesmissie in de provincie Uruzgan. Het kabinet stuurde hier toen Nederlandse militairen naar toe om Kamp Holland bij de provinciehoofdstad Tarin Kowt op te bouwen.

De Tweede-Kamerfractie van de toenmalige coalitiepartij D66 in de CDA-VVD-D66-regering stemde tegen.

Volgens partijleider Dittrich had de missie te weinig kans van slagen omdat vechten en opbouwen te zeer vermengd worden.

Van de andere partijen in de Tweede Kamer waren alleen SP, GroenLinks en Godelieve van Heteren van de PvdA-fractie tegen. De rest van de PvdA-fractie was voor de missie.

Voor de Nederlandse missie in Uruzgan officieel begon, op 1 augustus 2006, de datum waarop de NATO-ISAF ook het commando over het zuiden van de VS overnam in het kader van ISAF Fase 3, werd er in Uruzgan al zwaar gevochten.

Er waren ook Nederlandse soldaten die bij aanvang van de missie zeiden “dat ze midden in een oorlog terecht waren gekomen.”

DTF
De eerste groep militairen uit Nederland voor de missie in Uruzgan vertrok op 14 maart 2006 naar Zuid-Afghanistan. Dit werd de Deployment Task Force (DTF) genoemd. Het waren kwartiermakers voor de Nederlandse ISAF-operatie Task Force Uruzgan die op 1 augustus officieel van start ging.

Op dat moment was Nederland al in Afghanistan aanwezig met F-16-gevechtsvliegtuigen, en Nederland leidde het Provincial Reconstruction Team in Baghlan, een provincie ten noorden van Kabul.

Het PRT in Baghlan, waar het veel rustiger is dan in Uruzgan en de rest van het zuiden van Afghanistan, werd overgenomen door Hongarije.

Verslaggevers meldden dat er eind 2005 en begin 2006 sterke druk op Nederland werd uitgeoefend door de VS en de NATO om troepen te sturen naar het zuiden van Afghanistan, een gebied waar de meeste bondgenoten voor passen om heen te gaan.